Door: Herman van Oorschot op 6 januari 2011
Een boeiend artikel schrijven is als autorijden: je zet je stuk in zijn 1 met een goede kop, schakelt snel over naar zijn 2 met een pakkend intro, als de vaart er een beetje in zit begin je je verhaal in zijn 3 met een treffend voorbeeld of een anekdote, waarna je je lezer als het goed is voldoende hebt geboeid om hem in zijn 4 tot en met de laatste punt van je verhaal bij je te houden.
Ik kreeg dit advies als beginnend redacteur en heb er tot de dag van vandaag lol van.
Om een bruikbare website te maken heb je om in deze beeldspraak te blijven iets als een groot rijbewijs nodig. Concept, structuur, navigatie en content, het moet allemaal kloppen. De doelgroep moet het vatten: Waar ben ik? Wat kan ik hier doen? Waarom hier en niet ergens anders? Als de bezoeker niet (snel) antwoord krijgt op deze vragen dan haakt hij af. Dat geldt niet alleen voor de bezoeker maar ook voor zoekmachines en de browser. Een goed interactie-ontwerp helpt daarom ook de vindbaarheid en toegankelijkheid van een website te verbeteren.
Via gebruikerstesten (usability testing) proberen we er al in de ontwerpfase achter te komen of de opzet van de site helder en duidelijk is. We vragen vertegenwoordigers uit de doelgroep om hun weg te vinden in een mockflow van het ontwerp en om, hardop denkend, een aantal opdrachten uit te voeren, zoals: Wat kost de brochure Dienstverlening 2011?
Er wordt wat verschillend over gedacht maar onze ervaring is dat een onderzoeksgroep van 5 gebruikers inderdaad al voldoende is om het grootste deel van de mogelijke problemen boven tafel te krijgen. Gebruikersonderzoeken zijn op deze manier allang geen kostbare operaties meer die in kostbare testlaboratoria moeten worden uitgevoerd. Usability testing is een noodzakelijk onderdeel van het ontwerpproces geworden, in ieder geval voor de grotere en complexere websites. Zo'n snel en relatief voordelig gebruikersonderzoek wordt dan ook al guerrilla usability testing genoemd en Louise Nell en Bart Hilhorst van Sabel Communicatie schreven er een artikel over in Frankwatching.
Een ander interessant punt bij het ontwerpen en beoordelen van de structuur van de website (of chiquer de informatiearchitectuur), is dat de meeste mensen slecht zijn in het omschrijven wat ze zoeken. Dat kan een probleem vormen bij het benoemen van de rubrieken en de elementen daarbinnen van de website. We geven namen of labels aan de rubrieken en subrubrieken waarvan we verwachten dat de doelgroep ze begrijpt. Maar dat wil nog wel eens tegenvallen en regelmatig kom je er bij een gebruikersonderzoek achter dat een onderwerp in een andere categorie zit dan waar de testgebruiker hem had verwacht. Je kunt hier al achter komen door vóór het ontwerp van de site de gebruiker te betrekken bij de bepaling van de informatiearchitectuur. Een veelgebruikte en eveneens voordelige manier daarvoor is de card sorting methode. In deze methode confronteer je de gebruiker met kaarten waarop de labels van categorieën en subcategorieën staan en vraagt hem of haar om opdrachten uit te voeren ("In welke categorie en subcategorie kan ik de prijs van de brochure Dienstverlening 2011 vinden?"). Zo test je wat gebruikers logische navigatiepaden vinden. Je kunt de testgebruikers ook zelf vragen om namen voor categorieën te verzinnen om meer zekerheid te krijgen dat de labels aansluiten bij het verwachtingspatroon.
Behalve de juiste benaming van rubrieken, is het zaak om in de structuur de prioriteiten van de gebruikers goed te weerspiegelen. First things first! Hier is de vergelijking met autorijden weer actueel: je kunt niet direct van zijn 1 naar zijn 4 en omgekeerd. De belangrijkste zaken moeten het eerst in het oogspringen en de structuur moet je als vanzelf door de content op de verschillende niveaus leiden. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Prioriteiten moeten zowel inhoudelijk worden vastgesteld (belangrijke informatie eerst), als structureel (eerst koppen niveau 1, dan 2 en dan eventueel 3). En ook daarbij is het perspectief van de gebruiker leidend.
Tenslotte moeten we de organisatie van de informatie op de website (bijvoorbeeld op taak, op onderwerp of op type gebruiker) en de navigatie afstemmen op de verwachtingen. Hulpmiddelen als een broodkruimelpad, een sitemap, een inhoudsopgave en een interne zoekmachine (site search) kunnen daarbij helpen.
Voor het ontwikkelen van prettig bruikbare websites heb je dus naast een gezonde dosis creativiteit, inventiviteit en empatisch vermogen een goed gevulde gereedschapskist nodig.
Maar als dat voorhanden is, dan kun je een flink aantal vliegen in één klap slaan. Een goed doordachte sitestructuur is toegankelijk op verschillende niveaus:
Gestructureerd en toegankelijk bouwen is geen sine cure maar beslist lonend voor zowel gebruiker als webbouwer.