Door: Herman van Oorschot op 23 februari 2012
Trekt u het nog? Al die blogposts en rss-feeds lezen, minstens drie keer twitteren per dag en eenmaal per week bloggen, je profielen actueel houden op Facebook, Twitter en LinkedIn, altijd online zijn, antwoorden op alle e-mails, tweets, faceboekberichten, whatsapp’jes, sms-jes? Al die inboxen een beetje schoonhouden? Welkom in de wereld van info- en social stress. Gelukkig is verlichting mogelijk, dankzij diezelfde technologie mits gecombineerd met een fikse dosis discipline.
We zijn nu zo’n beetje aangeland op de bergtop die we 15 jaar geleden al konden zien liggen: we hebben toegang tot alle digitale informatie, waar ook ter wereld, op ieder moment en vanaf nagenoeg iedere plek. ‘Information at your fingertips’ noemde Bill Gates dat al in zijn keynote speech op de Comdex beurs in 1990. Maar in tegenstelling tot zijn eerdere mantra ‘A computer on every desk and in every house’ zou hij er met zijn Microsoft uiteindelijk niet in slagen de drijvende kracht te worden achter de realisatie van dit BHAG.
Het is eerder te danken aan Google, Apple en Facebook dat we tegenwoordig alle informatie met onze vingertoppen kunnen bereiken. En meer dan dat. We kunnen al die informatie en ook onze eigen updates, foto’s, films, tweets en blogs met een paar aanvullende vingerbewegingen delen met zakelijke en persoonlijke vrienden. En Facebook’s Mark Zuckerberg doet beslist niet voor Bill Gates onder als het om voorspellen en BHAG’s gaat. Zijn lijfspreuk luidt: everything that can be social will be social.
Maar al die weelde, al dat plezier, al die vrijheid heeft ook een prijs. En dan bedoel ik niet eens de financiële lasten want die vielen en vallen over het algemeen behoorlijk mee. We betalen voor toegang tot het digitale walhalla met een forse dosis infostress of informatieobesitas.
Informatiestress is een bijzondere vorm van keuzestress: mensen raken gestrest als ze uit te veel opties moeten of kunnen kiezen. Kiezen uit de rss feeds waarop we zijn geabonneerd, uit de links die onze Facebook-vrienden delen, uit de onderwerpen waarover we wel of niet moeten twitteren. Over het algemeen, en zeker in het digitale vooruitgangsdenken geldt dat meer keus beter is. Maar hoe rustgevend kan het ook zijn om niet te hoeven kiezen en simpel te genieten van het gebodene.
En het wordt nog erger nu informatiestress uitgroeit tot social stress. De social media reuzen Google, Facebook, Twitter en Linkedin doen alle vier hun uiterste best om ons zo veel mogelijk tijd binnen hun muren te laten doorbrengen. Daarmee proberen ze elkaar te verdringen. Google heeft in zijn strijd tegen Facebook zelfs zijn zoekalgoritmes aangepast zodat de suggesties van je Google+ vrienden extra gewicht krijgen in je zoekresultaten. Niet tot ieders genoegen overigens.
Nova Spivack betoogt in een ruim 4500 keer getweet artikel op het weblog Mashable dat de big four er beter aan doen om hun onderlinge verschillen te benutten in plaats van alle vier dezelfde functies te bieden. Social chaos het gevolg. We voelen ons verplicht om als een dolle heen en weer te blijven rennen tussen apps en social networks alleen maar om bij te blijven en ons overal te laten horen. En commerciële partijen schieten helemaal met grof geschut om ons maar te bereiken in een versnipperd, verscheurd medialandschap: appocalypse en sharepocalypse!
Het bewandelen van een gezonde, digitale middenweg is een essentiële vaardigheid om je in het moderne leven staande te houden. Sommigen lijken daar al beter in te slagen als anderen. Ze twitteren alsof ze ademen, ze hebben honderden zo niet duizenden contacten, vrienden en volgers en toch lijken ze niet onder enige informatiestress gebukt te gaan. Hoe doen ze dat? Wat voor vaardigheden hebben deze digitale natuurtalenten en hoe kun je ze verwerven?
Er zijn een paar zaken waar je zelf invloed op hebt en die je kunnen helpen om de appocalypse en de sharepocalypse te overleven: technologie en discipline.
Zoekmachines helpen je informatie te vinden die je nog niet eerder was tegengekomen maar leveren ook een hoop ruis op. Je moet de relevantie van de zoekresultaten zelf bepalen. We vervangen daarom Google in hoog tempo voor suggesties die we uit ons social media netwerk krijgen.
Daarnaast zijn RSS feeds en RSS readers een onmisbaar middel om favoriete digitale bronnen te blijven volgen maar in hun oorspronkelijke vorm zijn ze vooral geschikt voor gebruikers die niet terugdeinzen voor het knippen en plakken van een regeltje code. Ook hier helpt de techniek een handje via apps als Flipboard die van je Twitter- en Facebook-timelines en je RSS-feeds een aantrekkelijk, leesbaar online magazine maken. Inclusief functies om de content weer te delen met je netwerk natuurlijk. Een aparte vermelding onder de digital survival apps verdienen de ‘uitgesteld lezen apps’ als Instapaper en Read it Later. Je komt overdag iets tegen op een website dat je interessant lijkt maar waar je op dat moment geen tijd voor hebt. Geen probleem, klik op de Read it Later button en het wordt toegevoegd aan je leeslijst die je ’s avonds relaxt (tablet!) op de bank kunt lezen.
Kortom, door goed na te denken over wat je echte informatievoorkeuren zijn en wat onderzoek te doen naar geschikte apps kun je nagenoeg gratis een zeer persoonlijk informatiedashboard inrichten dat de informatiestress voor een flink deel kan reduceren.
Een lastig bijverschijnsel van survival apps is dat ze zelf ook weer kunnen bijdragen aan infostress bij ongedisciplineerd gebruik. Je Read it Later lijst kan weer zo vol komen te staan met lezenswaardigheden dat je er maar niet meer aan begint. Wat te doen? Bezint eer ge linkt! Zelfkennis en discipline zijn niet te negeren voorwaarden voor een succesvolle strijd tegen keuzestress. Dus niet te veel op je bordje nemen: (rss-feeds, volgers, e-mail cc’s, etc.) en niet te vaak kijken of te lang blijven hangen.
Spreek dus met jezelf tijdstippen en frequenties af voor je actieve en passieve bijdragen aan de online conversatie. En discipline gaat verder dan dat. Als je zakelijk twittert, bepaal dan je thema en houd je daaraan. Twitter regelmatig en liefst volgen een vast schema. Spreek met jezelf tijdstippen en frequenties af voor je actieve en passieve bijdragen aan de online conversatie. Hetzelfde geldt voor LinkedIn. Wordt daar geen lid van groepen waar je geen affiniteit mee hebt. Focus, discipline en uithoudingsvermogen zijn ook online de sleutels tot zakelijk social media succes. Het bewandelen van de digitale middenweg is al met al een hele klus waarbij je wel wat hulp kunt gebruiken. Zo ben ik ervan overtuigd dat je kunt leren om je goed te profileren op social media en daar zinvol informatie te delen met gelijkgestemden. Het valt me bijvoorbeeld op dat mensen met een journalistieke achtergrond vaak leuk kunnen twitteren: ze zijn getraind om interessante zaken te signaleren en kernachtig te formuleren. Ik zou er daarom voor willen pleiten dat dit soort competenties in het onderwijs een prominentere plek krijgen. En niet alleen in het journalistieke vakonderwijs. Als op internet iedereen kan publiceren dan kan het geen kwaad om dat ook op jonge leeftijd goed te leren.